De Standaard: REPORTAGE SANT’EGIDIO ‘Je verandert niet de wereld, maar wel iemands wereld’

REPORTAGE SANT’EGiDIO


‘Je verandert niet de wereld, maar wel iemands wereld’
Iedereen moet gelijke kansen en liefde krijgen. Die droom probeert de kerkelijke lekengemeenschap Sant’Egidio in Antwerpen elke dag concreet te maken. ‘Elke mens heeft zoveel potentieel.’
Door Kristien Hemmerechts Foto’s Ronnie Dankelman
Zaterdag 22 mei 2021 om 3.25 uur
In de Sint-Carolus Borromeuskerk zijn de banken vervangen door stoelen. Sant’Egidio mag de kerk gebruiken voor zijn diensten.
‘In Kamiano komt de hele straat naar binnen’, zegt Pascale ­Bemelmans, een vrijwilligster van het eerste uur. Met de hele straat bedoelt ze: armoede, verslaving, geweld, eenzaamheid, prostitutie, misbruik. Er wordt niet geoordeeld of veroordeeld. Iedere ochtend in het restaurant is er het ‘onthaal’: mensen kunnen ontbijten, een douche nemen, zich laten begeleiden bij het in orde brengen van hun papieren of in de zoektocht naar medische hulp. Op woensdagavond en zaterdagmiddag wordt een warme maaltijd aangeboden, inclusief soep en dessert. De bediening gebeurt door vrijwilligers. Wie er vaker komt, leert hen kennen, kan zijn hart uitstorten, hulp vragen of aangeboden krijgen. Er staat een kappersstoel voor wie zijn haar wil laten knippen, er loopt een arts rond die medisch advies kan geven, er ligt een voorraadje kleding voor wie een broek, jas of trui nodig heeft.
Ondanks corona hebben ze tot hun grote opluchting geen dag de deuren hoeven te sluiten. Dat kon en mocht omdat de maaltijden die ze aanbieden gratis zijn én omdat de maatregelen worden gerespecteerd, ook al staan die haaks op hun filosofie. Kamiano is een plek waar vroeger veel werd omhelsd. Wanneer er geen woorden meer zijn, rest nog altijd een omhelzing. Dat mag nu helaas niet meer. Er wordt ook meer gebruikgemaakt van de mogelijkheid een maaltijd af te halen, wat ook al niet strookt met het opzet. Mensen moeten er elkaar kunnen ontmoeten, moeten vriendschap kunnen sluiten. Het restaurant ontleent zijn naam aan pater Damiaan, die op Molokai ‘Kamiano’ werd ­genoemd. Je zou kunnen stellen dat zijn werk hier wordt voortgezet. Zijn geest leeft hier in ieder geval verder.
Kamiano speelt een cruciale rol binnen de kerkelijke lekengemeenschap Sant’Egidio in Antwerpen. De meeste mensen leren de gemeenschap kennen via het restaurant. Ze worden vrienden, ‘amici’, het Italiaanse woord wordt vaak gebruikt vanwege de band met Rome. Vriendschap, gelijkwaardigheid en ­wederzijdsheid zijn de stevige grondvesten waarop Sant’Egidio is gebouwd, al zullen ze er zelf aan toevoegen dat het gebed niet mag worden vergeten. In Kamiano zou je het kunnen vergeten. Er hangen geen kruisbeelden aan de muur, er wordt geen enkele poging ondernomen om ‘zieltjes te winnen’. Iedereen is welkom, ongeacht godsdienst, overtuiging, afkomst of wat dan ook.
Fijn servies
‘Het is een stukje van de hemel’, zegt Staf Janssens glunderend. Hij heeft ­Kamiano leren kennen via een vriend die hem ernaartoe meenam. Hij woont al ruim een maand in Simeon en Hanna, de samenwoonst voor ouderen die in hetzelfde gebouw is ondergebracht in de Kammenstraat in Antwerpen. Het was ooit een klooster van de Witte Zusters, later vond de Vincentiusgemeenschap er onderdak. De plek heeft een erg lange traditie van zorgzaamheid en erbarmen.
V.l.n.r.: Koen Van Cleempoel, Maud de Aguirre y Otegui, Tijan Njie, Staf Janssens, Florence Adutwimwaa, Pascale Bemelmans, Stefan Lambrechts.
Staf is een relatief jonge oudere. Binnenkort stapt hij op tram zeven, zegt hij. Hij verblijft in Simeon en Hanna om te revalideren. Zijn zenuwstelsel is aangetast door de ziekte van Lyme, hij heeft covid gehad en hij heeft een gekneusde wervel. Vroeger danste hij ballet, als amateur, al ogen de foto’s die hij me laat zien heel professioneel. Hij trad op onder de artiestennaam Tavio Jehenson, voor nogal wat mensen is hij nog altijd ‘den Taf’. Vandaag maakt hij gebruik van een rollator. Voor hij zijn intrek nam in Simeon en Hanna werd hij geplaagd door boosheid, niet alleen vanwege de ziekte, maar ook vanwege wat hij ‘het systeem’ noemt: de traagheid en logheid van de administratieve molen, de onwil om oplossingen te bieden, de muren waarop hij botste. Veel van die boosheid is nu weggesmolten. Hij geniet van de vriendschap en vriendelijkheid die hem in Simeon en Hanna omringen. Binnenkort verhuist hij weer naar zijn appartementje, maar hij hoopt te kunnen terugkeren. Sant’Egidio wil studio’s inrichten onder het pas vernieuwde dak. Het zal niet voor morgen zijn, maar Staf zou er terechtkunnen. Het is iets om naar uit te kijken en hem te motiveren zijn ergernissen in te slikken.
De samenwoonst is bijzonder smaakvol ingericht, met mooie meubelen en gordijnen. De tafel wordt gedekt met fijn servies. Daarin verschilt dit ‘rusthuis’ van de meer traditionele, ­geïnstitutionaliseerde inrichtingen. De gedachte schiet door mijn hoofd: hier zou ik ook wel willen wonen, als het op een dag nodig is.
Jong en oud
De gemeenschap van Sant’Egidio onderzoekt mogelijke samenlevingsvormen. Het valt hun op dat heel wat oudere mensen alleen wonen in een te groot huis en daar stilletjes van eenzaamheid wegkwijnen. Jonge gezinnen vinden vaak geen betaalbare woningen. Zou het niet mooi zijn als je een jong gezin zou kunnen laten intrekken bij een bejaarde persoon? Als oud en jong manieren vonden om samen te wonen en elkaar te steunen?
Ze hebben het idee al afgetoetst bij een aantal oudere mensen, en stuiten op heel wat weerstand uit angst voor een gebrek aan privacy. Ze blijven proberen, ze zien er de samenlevingsvorm van de toekomst in.
De verbondenheid tussen generaties is van meet af aan een belangrijk thema geweest. Ze willen oudere mensen uit hun isolement halen en hun weer prikkels geven om uitgedaagd te worden. De jongeren van Sant’Egidio – de twaalf- tot zestienjarigen, die ze de Friends noemen – bezoeken mensen in woonzorgcentra. Tijan Njie heeft Sant’Egidio als Friend leren kennen. Hij was twaalf en had net zijn vormsel gedaan. ‘In het begin was ik zenuwachtig’, zegt hij. ‘Ik wist niet goed hoe ik het moest aanpakken, maar algauw ontstonden mooie vriendschappen tussen oud en jong. Vriendschap wordt al te vaak gezien als iets tussen leeftijdsgenoten, maar vriendschap komt in alle vormen en maten.’
Hij is intussen elf jaar ouder, maar hij is nog altijd betrokken bij de Friends als begeleider van de jongeren. Vanwege corona moeten ze op zoek naar andere manieren om de ouderen te bereiken. Ze telefoneren, maken cadeautjes die ze laten afgeven, geven een concert op het binnenplein van een woonzorgcentrum, terwijl de bewoners vanop het balkon luisteren. ‘Je kunt de wereld niet veranderen,’ zegt hij, ‘maar je kunt wel iemands wereld veranderen.’ Dat is ook de boodschap die hij jongeren wil meegeven. Ze moeten beseffen hoeveel ze kunnen betekenen voor anderen. ‘Elke mens heeft zoveel potentieel.’ Hij betreurt dat er zo’n negatief beeld bestaat van oudere mensen. Eenzaamheid ontneemt een mens zijn menselijkheid. Je bent maar mens in contact met andere mensen.
Samen met een moslima, een joodse jongen en een atheïst gaat hij in scholen praten over de rijkdom van diversiteit. ‘De verschillen maken het boeiend, maar je mag het grotere geheel niet uit het oog verliezen waarin al die verschillen passen.’ Hij is de christen van de quadriloog, zoals ze zich noemen. Op zijn zevende heeft hij beslist dat hij zich wilde laten dopen. Er hoorde catechese bij, die hij ijverig heeft gevolgd. ‘Ik ben verliefd op Sant’Egidio’, zegt hij. ‘De gemeenschap heeft mij zoveel gegeven.’
Droom
Sant’Egidio is in Antwerpen erg klein begonnen. Hendrik – Rik – Hoet, priester in Edegem, leerde de gemeenschap kennen tijdens een verblijf in Rome. Daar was ze in 1968 ontstaan in een studentenmilieu met als grote bezieler ­Andrea Riccardi. De studenten trokken naar Trastevere, een toen arme wijk in Rome, om mensen te verzorgen en te bezoeken, ‘met in de ene hand de krant en in de andere het evangelie’, zeiden ze. Na een tijdje kregen ze een klooster aan de Piazza Sant’Egidio, vandaar de naam.
Terug in Edegem organiseerde Rik Hoet een reis voor jongeren van de parochie naar Rome om hen met Sant’Egidio te laten kennismaken. Een aantal van hen was zo onder de indruk dat ze ook in Antwerpen een gemeenschap wilden oprichten. Dat was in 1985. Iemand die er vroeg bij was, vertelt me hoe haar vader bang was dat ze zich bij een sekte had aangesloten. Hij ging zelfs te rade bij de bisschop, die hem geruststelde. De beweging zou geen lang leven zijn beschoren, voorspelde hij.
De gemeenschap probeert in te spelen op de concrete noden. Een mooi voorbeeld daarvan is het Martin Luther King Huis in Merksem, pal tegenover de Bartholomeuskerk. Er wonen mensen samen die aan een chronische ziekte lijden en anders op straat zouden moeten leven. Sant’Egidio huurde die ruimte al voor zijn School van de Vrede. Iedere zaterdag kwamen er jongeren samen. In juli 2018 werd de gemeenschap geconfronteerd met twee vrienden die dakloos waren én hulpbehoevend. De ene had net een zware operatie ondergaan aan zijn heup, het was uitgesloten dat hij weer op straat zou gaan leven. De ­andere had diabetes. Ze besloten twee klasjes in te richten als kamers voor hen. Het was het begin van het huis, ­genoemd naar Martin Luther King, de man met een droom, net zoals Sant’Egidio een droom heeft. Die droom is heel concreet: een wereld waarin iedereen gelijke kansen krijgt en liefdevol bejegend wordt.
De dakloze Jezus van de Canadese beeldhouwer Timothy Schmalz, in de Kammenstraat. Het beeld werd onthuld voor de 50ste verjaardag van Sant’Egidio.
‘Je moet outside the box durven denken.’ Die uitdrukking hoor ik vaak uit hun mond. Ik moet denken aan de parabel van de vermenigvuldiging van de vijf broden en de twee vissen. Er is niet ­genoeg, en toch is er genoeg. Begin dus maar uit te delen, we vinden wel een ­oplossing.
‘Er is altijd hoop,’ zegt Pascale ­Bemelmans, ‘je moet altijd op zoek gaan naar het licht. Je moet je de vraag stellen: hoe kan de steen van voor het graf worden weggerold?’ Ik besef dat ze het heeft over het graf van Jezus, waarover wordt gezegd dat op de derde dag de steen was weggerold en het graf leeg was omdat Jezus uit de dood was opgestaan. Ik heb nooit het verband gelegd met hoop, maar het is een erg mooie ­interpretatie.
Nooit opgeven
Ook Florence Adutwimwaa heeft bij Sant’Egidio het licht gevonden. Ze straalt wanneer ze vertelt over het Martin Luther King Huis, waar ze nu ruim twee jaar woont. ‘Vroeger huilde ik altijd’, zegt ze. ‘Nu voel ik me veel beter.’
Florence moest haar geboortedorp in Ghana ontvluchten, nadat een vrouw die ze had bijgestaan tijdens een bevalling was doodgebloed. Florence had veel ervaring als vroedvrouw, maar ze had geen formele opleiding gevolgd, en dus was die dood verdacht. Samen met twee van haar drie zonen trok ze naar Libië, waar haar man op een bouwwerf werkte. Hij huurde voor haar een huis in Tripoli, waar hij haar iedere vrijdag en zaterdag bezocht. Haar zonen gingen met hun vader op die bouwwerf werken. Op een vrijdag kwamen ze niet terug. Ook de week nadien bleven ze weg. Uiteindelijk vernam ze dat de bouwwerf door een bom was getroffen en dat haar man en zonen het niet hadden overleefd.
In Libië had ze niets meer te zoeken. Ze liet zich overhalen om in een bootje te stappen en de overtocht naar Sicilië te wagen. Ze woonde er twee jaar in een kamp, kwam te weten dat ze aan een ernstige chronische ziekte leed, kreeg gelukkig verzorging. Vandaar ging het naar Napels, en uiteindelijk naar België.
‘Iedereen zei dat ik naar Duitsland moest gaan, of naar Frankrijk, maar ik wilde naar België. Ik kende het land niet, maar ik hield van de naam.’ Om precies dezelfde reden werd het Antwerpen, eerder dan Brussel. Ze kan er zelf om lachen. Het is een absurd criterium, maar het heeft haar wel naar een goede plek gebracht. Ze belt vaak met haar vader en met haar zoon, die allebei in Ghana wonen, en hoopt hen ooit op een dag terug te zien.
‘Ze geven nooit op’, zegt Maud ­Aguirre y Otegui. ‘Onmogelijk bestaat niet voor hen.’ Maud is een van de vrijwilligers. Op maandagochtend doet ze het onthaal en op maandagmiddag organiseert ze het kunstatelier. Vrienden van Sant’Egidio komen er schilderen en tekenen. In het begin gaf ze opdrachten, maar dat werkte niet. Mensen wilden hun zin doen. Ze laat me de tekeningen zien van een man uit Egypte die altijd met kleurpotloden werkt. Hij vult bladen en bladen met kleur. ‘Knap’, zeg ik. Dat vindt Maud ook, maar ze slaagt er niet in hem ervan te overtuigen. Een vrouw uit Polen heeft zichzelf leren schilderen aan de hand van een You­tube-filmpje. Ze schildert landschappen met kolkende rivieren. Wie weet staan die voor het leven dat ze heeft teruggevonden nadat ze haar alcoholverslaving heeft overwonnen.
Voor de 25ste verjaardag van Kamiano in Antwerpen heeft Maud een tegelwand gemaakt waarop de zeven werken van barmhartigheid staan afgebeeld. In haar voorstelling is er geen onderscheid tussen wie helpt en wie geholpen wordt. Sant’Egidio doet niet aan liefdadigheid, wel aan vriendschap en gelijkwaardigheid. Alle vrijwilligers met wie ik spreek, zijn het erover eens: je krijgt minstens evenveel als je geeft. Sterker zelfs: je krijgt een ervaring van geluk aangeboden.
De goede zoon
‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik geholpen werd’, zegt Stefan Lambrechts. ‘Zij stonden naast mij, wij vormden een team.’
Stefan kun je zonder overdrijven omschrijven als een succesverhaal van Sant’Egidio. Door omstandigheden was hij dakloos geworden, iets waarover hij zich dermate schaamde dat hij niet bij zijn ouders durfde aan te kloppen voor hulp. Soms ging hij bij hen een douche nemen, maar hij verborg wat er aan de hand was. Hij wilde ‘de goede zoon’ zijn.
Op 24 september 2019 vierde hij zijn verjaardag alleen in de dierentuin. Antwerpenaren krijgen gratis toegang op de dag dat ze jarig zijn. Waar ben ik mee bezig, vroeg hij zich af. Af en toe zocht hij het graf op van zijn oma en vertrouwde haar zijn angsten en zorgen toe.
‘Het eindpunt is niet de oplossing van alle problemen, wel de ontmoeting, de verbinding. Iemand de hand reiken en zeggen: je hoort erbij’
Pascale Bemelmans
Vrijwilligster
Op een avond wilde hij gaan slapen op de verdieping -2 van de parkeergarage aan het Astridplein in Antwerpen. Het was daar relatief warm en beschut. Toen hij uit de lift stapte, zag hij drie vrouwen. Later zou hij vernemen dat ze daar waren om te kijken hoe het de Polen verging van wie ze wisten dat die er de nacht doorbrachten.
Stefan stapte opnieuw in de lift en verdween. Hij wachtte een tijdje, ging weer naar beneden, vloekte binnensmonds toen hij die vrouwen daar nog altijd aantrof. Opnieuw de lift in en naar boven. Toen hij wat later ronddoolde op het Astridplein, tikte iemand op zijn schouder. Het was een van de vrouwen. Hij reageerde achterdochtig, maar noteerde toch het adres van Kamiano. Wat later kwam hij er voor de eerste keer.
‘Ze hebben me moeten temperen’, zegt hij. ‘Ik was heel heftig en ik had op alles commentaar.’
Ze wisten hem te overhalen om in ‘de Victor’ te gaan slapen, de nachtopvang voor daklozen aan de Desguinlei, maar hij botste met de begeleiding en werd zelfs definitief de deur gewezen. Hij kon in het Martin Luther King Huis terecht, leerde er samen te leven met anderen. Sinds december heeft hij zijn eigen woning. En hij heeft een fototentoonstelling gehad in een galerie in het districtshuis van Deurne. Hij laat me een aantal foto’s zien, alle stadsgezichten. Ik ben onder de indruk en uit mijn bewondering. Aan de manier waarop hij me bedankt, merk ik dat hij weet dat zijn werk goed is. Terwijl hij dakloos was, had hij altijd zijn camera bij zich. Die stak in een rugzak en die rugzak legde hij ’s nachts onder zijn hoofd. Hij is nooit bestolen, maar hij sliep ook nooit lang of diep. Hij hoopt nu een bachelor fotografie te kunnen volgen aan de Karel de Grote Hogeschool. De relatie met zijn ouders is intussen ook hersteld.
Leerproces
Het zijn niet allemaal succesverhalen. De gemeenschap legt albums aan waarin de overleden vrienden worden herdacht met een foto en een korte geschiedenis van vriendschap. Wanneer ik ze doorblader, valt me op hoe kort veel van die levens maar zijn geweest. Heel wat van de gezichten zijn getekend door het leven op de straat en door alles wat daarbij komt kijken.
‘Het eindpunt is niet de oplossing van alle problemen,’ zegt Pascale Bemelmans, ‘wel de ontmoeting, de verbinding. Iemand de hand reiken en zeggen: je hoort erbij.’ En nee, ze laat zich niet overvallen door moedeloosheid of door het gevoel het niet meer te weten. Er is altijd een lichtpunt. Dat is een gevecht, zegt ze, een leerproces.
‘Ik heb leren aanvaarden dat je soms niets kunt doen’, zegt Koen Van Cleempoel, net als Pascale een erg betrokken vrijwilliger. ‘Soms kun je alleen naast iemand gaan zitten en luisteren. Het is een oefening in zachtmoedigheid, mededogen en liefde. En in traagheid en rust.’
Meer info op www.santegidio.be

Galerie

Agenda

28 april 2024

Op zondag, 28 april, om 11u, gaat Mgr. Luc Terlinden, aartsbisschop van Mechelen- Brussel, de dankviering voor in de OLV ter Rijkeklarenkerk, Brussel.

14 april 2024

Op zondag, 14 april 2024 om 14u30 gaan kardinaal Jean-Claude Hollerich, aartsbisschop van Luxemburg en Mgr Johan Bonny, bisschop van Antwerpen, een feestelijke dankviering voor in de OLV-kathedraal van Antwerpen